Je bent hier: Hoofdpagina Technieken Films


Introductie

Bij weerfotografie heb je verschillende soorten film en filmgevoeligheden nodig. Dit geeft een probleem, want als je maar één camera beschikbaar hebt zit daar maar één soort film in en je kunt dus niet snel wisselen als je iets wilt fotograferen waar de desbetreffende film niet geschikt voor is. Je hebt dus een aantal verschillende camera's nodig voor verschillende soorten film. Dat doe ik ook; ik gebruik meestal twee tot drie verschillende camera's.

Negatieffilm of diafilm?

Ik raad je aan om diafilm te gebruiken voor bijna alle soorten weerfotografie, zeker als je je films door een fotozaak laat ontwikkelen. Als je zelf je films ontwikkelt zul je merken dat negatieffilm ook zijn voordelen heeft, maar het afdrukproces is zeer gevoelig voor verkeerde belichting en kleurbalans. Dit kan de foto's lelijk of onherkenbaar maken, en als je niet beter zou weten zou je denken dat de opname op het negatief zelf mislukt zou zijn, terwijl alleen de foto van het negatief verkeerd is afgedrukt. Diafilm geeft dit probleem niet, want je kunt zelf de dia's goed bekijken en zien of je juist belicht had of niet.

Er zijn verscheidene merken film. Het maakt niet zo uit welk merk je gebruikt, maar ik raad je aan één van de bekende merken zoals Fuji of Kodak te gebruiken. Je moet verschillende merken en typen film uitproberen om er zelf achter te komen welke het meest geschikt is. Ik vind Fuji bijvoorbeeld voor bliksem en algemeen weer het beste, terwijl voor de groene flits en voor astronomie Kodak veel beter is.

Zwartwitfilm is de moeite waard om eens te proberen, maar ik raad je aan kleurenfilm te gebruiken voor elk soort weerfotografie.

Filmgevoeligheid (ISO)

Filmgevoeligheid voor de meeste soorten weerfotografie is 100 ISO. Deze films hebben een hoge resolutie en toch een niet te lage gevoeligheid.

Ook voor bliksem is 100 ISO goed geschikt, maar voor bliksem ver weg zul je soms 200 ISO of zelfs 400 ISO moeten gebruiken.

Voor astronomie en andere nachtopnamen zoals poollicht of lichtende nachtwolken heb je 400 ISO of 800 ISO film nodig. Kodak Ektachrome 200 is hiervoor zeer goed geschikt, want deze film is een paar stops te onderbelichten en dan gecorrigeerd te ontwikkelen ("pushen") voor hogere gevoeligheid. Maanhalo's, poollicht, lichtende nachtwolken en eventueel de melkweg kunnen goed gefotografeerd worden op 400 ISO; meteoren, een totale maansverduistering en kometen beter met 800 ISO of 1600 ISO.

Voor sommige onderwerpen zoals de groene flits van de zon is negatieffilm beter geschikt. Diafilm laat meestal het groen niet of vrijwel niet zien.

Filmformaat

Het kleinbeeldformaat (het 135-formaat of 35mm-formaat, hoewel het frame 24 bij 36 mm meet) is het meest algemeen en wordt overal goed ondersteund. Ik raad je aan dit filmformaat te gebruiken. Als je je het geld kunt veroorloven kun je ook het middenformaat, 6x6 cm, aangeduid met 120 of 220, gebruiken, zeker voor bliksem. Je kunt hiermee scherpere (hogere resolutie) foto's afdrukken.

Gebruik in geen geval een formaat kleiner dan 35mm, zoals APS. De resolutie hiervan is veel te laag.

Film reciprociteit: Schwarzschild effect en verschoven kleurbalans

Wanneer opnamen langer dan ongeveer 1 seconden duren, kun je merken dat de filmgevoeligheid terugloopt, en eventueel de kleurbalans ook verschuift. De kleurbalans verschuift als de lagen die gevoelig zijn voor een bepaalde kleur in de film niet allemaal even snel teruglopen in gevoeligheid. Als de opnamen echt lang worden bij zeer weinig licht raakt de film zelfs geheel ongevoelig; het lichtniveau is niet in staat de lichtgevoelige kristallen in de film chemisch te veranderen.

In het algemeen geldt bij het reciprociteitseffect dat een opname bij bijvoorbeeld f/11 die 1 seconde duurt niet dezelfde belichting meer geeft als een opname op f/16 die 2 seconden duurt; de laatste opname is dan minder belicht, omdat de gevoeligheid van de film is teruggelopen. De enige manier om hiervoor te corrigeren is te weten hoe erg de film in gevoeligheid terugloopt en de belichtingstijd iets verlengen. Dit kun je alleen goed doen door te experimenteren.

Het andere probleem, een verschuiving van de kleurbalans, is alleen te corrigeren door later een digitale scan van de dia, of de foto van het negatief, te filteren. De Velvia film van Fuji is bij bliksemfotografen bijvoorbeeld berucht voor de verschuiving naar magenta bij avond en nacht. Films die sterke kleurbalansverschuiving hebben bij lange opnamen moet je vermijden voor tijdopnamen.

Filmresolutie

Hoewel de meesten denken dat diafilm een hogere resolutie heeft dan negatieffilm, is dat niet helemaal waar. Wel is bij diafilm de filmkorrel minder goed te zien. Negatieffilm heeft een grotere belichtingsruimte, wat betekent dat je de film een paar stops kunt onderbelichten of overbelichten zonder verlies in details. Diafilm is veel kritischer wat belichting betreft. Maar voor weerfotografie is diafilm toch aan te raden.

Conclusie

Ik kan onmogelijk de beste film voor elk soort onderwerp in weerfotografie aanwijzen. Dat laat ik aan je eigen ervaring over. Maar ik raad je aan om diafilm te proberen, want dat geeft een aantal voordelen. Je fotografeert vaak stukken lucht zonder veel detail, en filmkorrels zouden daar duidelijk in te zien zijn. Ook voorkom je de ellende van het juist belichten van de afdruk van een negatieffilm door het lab. Hoewel diafilm een nauwere belichtingsmarge heeft, is daar redelijk gemakkelijk mee te werken, zeker als je een aparte belichtingsmeter gebruikt.