Je bent hier: Hoofdpagina Technieken Lenzen


Kwaliteit van de cameralens

De kwaliteit van de optiek van je camera is de meest belangrijke factor die bepaalt hoe hoge kwaliteit je foto's zullen hebben. Je moet daarom indien mogelijk goed investeren in lenzen, en als je krap bij kas bent goed opletten dat je een lens koopt die acceptabele scherpte en weinig lensfouten geeft. Sommige dingen om op te letten zijn:

  • coating van het glas: Er moet op alle lenselementen een coating aangebracht zijn die lichtreflectie minimaliseert. Coatings kun je meestal duidelijk zien als een roze, blauwe of groene reflectie als je de lens schuin bekijkt in zonlicht. Je moet nooit een lens kopen zonder coating of waarvan de coating beschadigd is, ook al zegt de verkoper dat je het effect ervan niet zult zien. Dat is bij foto's van bloemen e.d. misschien wel waar, maar zeker niet bij bijvoorbeeld bliksemfoto's.

  • constructie van de lens: Een lens heeft verscheidene groepen lenzen die elk bestaan uit één of meerdere elementen. Zoomlenzen moeten bij voorkeur asferische lenselementen hebben, zeker als het zoombereik groot is. Gebruik bij voorkeur lenzen met een vaste brandpuntsafstand in plaats van zoomlenzen. Vermijd beslist zoomlenzen met een te groot zoombereik zoals 28-200mm en dergelijke.

  • Vervorming: Sommige goedkope lenzen, zeker de groothoeklenzen, kunnen een vervormd beeld geven, zoals een tonvorm of kussenvorm. Als je fotografeert met een vlakke horizon onder in het beeld zou zo'n vertekening onmiddellijk zichtbaar zijn, en erg lelijk.

  • Bereik van het diafragma: De meeste lenzen hebben een diafragma instelbaar tussen f/2.8 en f/22. Hoewel f/2.8 nuttig is, treden er bij dit grote diafragma vaak lensfouten op, dus een telelens met maximaal diafragma van f/4 in plaats van f/2.8 is voor weerfotografie niet bepaald slechter. Je zult meestal diafragma's tussen f/5.6 en f/16 gebruiken.

  • Coma: Sommige lenzen geven lensfouten in de vorm van coma, zeker als het diafragma geheel open is. Coma lijkt op een onscherpte van hoog-contrast objecten zoals lampen (en bliksem!) aan de rand van het beeld. Deze onscherpte verdwijnt vaak als het diafragma een paar stops verkleind wordt.

Brandpuntsafstand

Voor weerfotografie kun je een groot scala aan lenzen gebruiken, van fisheye (180o beelddiameter) tot telescopische telelenzen. Je hebt voor het alledaagse weer niet zulke extreme lenzen nodig. De tabel hieronder geeft een indicatie welk soort weersverschijnselen het beste met welk soort lens gefotografeerd kunnen worden.

brandpuntsafstand (mm) Beelddiagonaal (graden), 35mm film Onderwerpen
fisheye 8mm
fisheye 16mm
180, volledige cirkel
180, rechthoekig
haloverschijnselen, aardschaduw, schemeringsboog, uitgestrekte schemeringsstralen, buienwolken, foto's van de gehele lucht
16-24 107-84 halo's, aardschaduw, schemeringsboog, schemeringsstralen, zodiakaallicht, poollicht, onweersbuien, gehele (halfronde) regenboog
24-28 84-75 regenboog, wolken (i.h.b. middelbare en hoge bewolking), zodiakaallicht, oppositielicht, poollicht, meteoren
28-80 75-30 nabije bliksem, astronomie, poollicht, zodiakaallicht, wolken, zonsopkomst en -ondergang, schemeringsstralen, glorie, regenboog, de meeste halo's, heiligenschijn, mist
80-200 28-12 waterglinstering, lichtzuil, kometen, detailopname van zonsopkomst of -ondergang, kleine wolken, irisatie, corona
200-500 12-5 luchtspiegelingen, zonsverduistering, astronomie
500-1000 5-2.5 luchtspiegelingen, zons- en maansverduistering, vervorming van de laagstaande zon, groene flits
1000-2000 2.5-1.2 luchtspiegelingen, zonnevlekken, maansverduistering, vervorming van de laagstaande zon, groene flits, deep-sky astronomie

[Brandpuntsafstand van lens, de diameter van het beeldveld in graden, en diverse fotografieonderwerpen]

De diameter in graden van het beeldveld begint sterk te veranderen bij groothoeklenzen. Eén millimeter verschil bij een 100mm lens geeft vrijwel geen verandering in de beelddiagonaal, maar een millimeter verschil bij een 14mm lens scheelt vele graden.

Het is onmogelijk om de juiste soort lens voor elk mogelijk weersverschijnsel op te noemen. Deze kennis komt vanzelf naarmate je meer ervaren wordt. Er zijn echter twee tips die ik nog wel wil noemen:

  • Voor alledaagse weerfoto's is het nuttig twee zoomlenzen te hebben, van 28-80 mm en van 80-200 mm. Deze zul je vaak gebruiken. Als je echt fanatiek het weer gaat fotograferen moet je ook een groot aantal verschillende lenzen kopen met een vaste brandpuntsafstand, zeg een 8mm fisheye, en 14mm, 20mm, 24mm, 28mm, 35mm, 50mm, 85mm, 100mm, 135mm, 180mm, 300mm, 600mm en 1000mm lenzen. Je kunt voor telelenzen ook teleconverters gebruiken, hoewel die een wat lagere kwaliteit geven. De lenzen met vaste brandpuntsafstand zijn het best te gebruiken voor fotografie van bijvoorbeeld bliksem, de groene flits, macro-opnamen en dergelijke.

  • Koop een balg of tussenringen. Deze stellen je in staat om macrofotografie te doen (zoals bijvoorbeeld sneeuwkristallen en hagelstenen). De aanduiding "macro" op sommige lenzen geeft vaak niet genoeg macro. Voor sneeuwkristallen heb je bijvoorbeeld een vergrotingsfactor van 3 of zelfs meer nodig, en die bereik je alleen met een balg of eventueel tussenringen.