Je bent hier: Hoofdpagina Technieken Fotograferen van het zodiakaallicht


Tijdstip van waarnemen

Het zodiakaallicht is niet altijd even duidelijk te zien, en je moet weten wanneer het het best zichtbaar is om in Nederland kans te hebben om het te zien. Het zodiakaallicht strekt zich langs de ecliptica van de zon af uit, en is daarom het best zichtbaar wanneer de ecliptica een grote hoek met de horizon maakt, als het donker is maar wanneer de zon niet zo diep onder de horizon staat. Daarom is het zodiakaallicht het beste zichtbaar in het late najaar op de vroege ochtend, en in het vroege voorjaar in de avond. Op deze tijdstippen heeft het zodiakaallicht het grootste contrast met de donkere hemel.

Met een fisheye lens is het zodiakaallicht prachtig te fotograferen, als je in de juiste tijd van het jaar fotografeert.

De beste maanden om het zodiakaallicht te zien zijn daarom Oktober en November net voor de ochtendschemering, en Maart en April net na de avondschemering. Dit geldt als je op het noordelijk halfrond woont; voor het zuidelijk halfrond zijn de maanden gelijk maar zijn de tijden op de dag verwisseld.

Fotografie

Gebruik een digitale camera of een gevoelige film om het zodiakaallicht te fotograferen, want het verschijnsel is erg lichtzwak. Je kunt goed Kodak Ektachrome 200 of Fujichrome Provia 400F gebruiken, die je eventueel langer ontwikkelt voor hogere gevoeligheid (het zogenaamde 'pushen'). Diafilm geeft de mooiste resultaten, maar je kunt ook goed negatieffilm gebruiken.

Lenzen

Gedurende de astronomische schemering, wanneer de zon tussen 12o tot 18o onder de horizon staat, kan het zodiakaallicht zich tot zeer hoog boven de horizon uitstrekken - soms zelfs tot meer dan 90o vanaf de horizon langs de ecliptica. Een groothoeklens is daarom aan te bevelen, bijvoorbeeld een 24mm of 20mm lens. Fisheye lenzen zijn ook uitermate goed geschikt. Het zodiakaallicht is te uitgestrekt voor standaardlenzen. Ook wordt het zodiakaallicht (en de sterren) teveel bewogen op de foto wegens de rotatie van de aarde. Bij een groothoeklens is dat effect pas bij lange tijdopnamen te zien.

Compositie

Het zodiakaallicht is zo uitgestrekt langs de ecliptica dat de meeste foto's vertikaal genomen moeten worden om de gehele lichtzuil erop te passen. In Nederland is de zuil echter niet zo steil als op de foto, die in New Mexico (VS) gemaakt werd.

De lichtkolom van het zodiakaallicht maakt op gemiddelde breedtegraden meestal een hoek met de horizon tussen 30o tot 90o. Je moet proberen de plaats waar de lichtkolom uit de horizon komt niet in het midden op de foto te plaatsen, want dan reikt de kolom maar naar één kant van de foto. Het is beter het snijpunt met de horizon aan één kant van de foto te hebben zodat de compositie beter is (de foto heeft meer balans).

Kies ook een mooi landschap als voorgrond. Je moet het zodiakaallicht sowieso niet in de stad fotograferen omdat daar veel te veel lichtvervuiling is om het effect goed te zien. Kies een plaats in de polder met eventueel een oude boom of molen op de voorgrond.

Het is ook aan te raden de Melkweg ook gedeeltelijk op de foto te hebben. Dit is in het najaar gemakkelijk te doen, want dan staat 's morgens vroeg de Melkweg vlak bij het zodiakaallicht.

Aardrotatie

De rotatie van de aarde zal er voor zorgen dat de sterren en ook het zodiakaallicht langzaam door het camerabeeld bewegen. De sterren worden dus streepjes op de foto en het zodiakaallicht wordt iets uitgesmeerd, hoewel dat meestal niet te zien is. Je kunt de sterren als punten op de foto krijgen door de camera op de sterren te volgen met een equatoriale montering, maar dan wordt de horizon bewogen. Een bewogen horizon ziet er lelijker uit dan sterstrepen, maar je kunt beide mogelijkheden proberen.

Belichtingstijd

Met een moderne digitale spiegelreflexcamera die ingesteld is op 800 ISO gevoeligheid hoef je de opnamen niet langer dan 1 minuut te maken, als de hoeveelheid achtergrondlicht (bijvoorbeeld stadslicht of de schemeringsboog) dat tenminste toelaat. Deze opnameduur geldt voor grote diafragma's zoals f/2.8 of f/4.

Indien je op film fotografeert moet je rekening houden met de reciprociteitsfout van de film en dien je de opnamen 1 à 2 stops te overbelichten. Het verdient altijd aanbeveling om de opnamen te "bracketen", wat inhoudt dat je verscheidene opnamen maakt met verschillende belichtingsinstellingen zodat de kans groter is dat je een goed belichte foto krijgt.

Naarmate de schemering 's morgens doorzet (of verdwijnt 's avonds) wordt het moeilijker om zowel het zodiakaallicht als de schemeringsboog goed belicht op de foto te krijgen. De beste foto's krijg je tijdens de astronomische schemering, wat in Nederland in het voor- en najaar meestal ongeveer tussen één en anderhalf uur voor zonsopkomst of na zonsondergang het geval is. Aangezien je per keer dus maar ongeveer een half uur de tijd hebt om het zodiakaallicht te fotograferen en het in Nederland niet altijd helder genoeg is, moet je je fotografiesessie goed plannen.