Stapelwolken kun je het beste van enige afstand fotograferen
zodat je er meer van de zijkant tegenaan kijkt. De bloemkoolstructuur is dan
beter te zien.
|
Fotograferen van wolken
Om wolken te fotograferen heb je geen speciale technieken nodig. Het
hangt van het soort wolk af welk soort lens je het beste kunt gebruiken;
meer groothoek of meer tele. Voor wolkenfotografie is een set
zoomlenzen echter wel nuttig, omdat het de compositie vergemakkelijkt.
Stapelwolken kun je het beste fotograferen als ze op enige afstand zijn,
omdat de wolkbases vaak vrij vlak zijn met weinig structuur; als je de
wolken van enige afstand ziet kijk je meer tegen de zijkant aan en zie
je de convectieve structuur beter.
Aan de andere kant kun je stratiforme bewolking zoals altocumulus en
cirriforme bewolking (cirrus, cirrostratus en cirrocumulus) beter
fotograferen als deze wolken hoog aan de hemel hangen, zodat je de
structuur erin beter kunt zien. Op afstand bedekt de wolk zichzelf
gedeeltelijk en zie je minder.
Stratiforme bewolking zoals de altocumulus undulatus op de foto
laten het meeste detail zien wanneer je ze van onderen (of boven!) fotografeert.
Als je je zo kunt positioneren dat de zon naast je staat kun je het contrast tussen
de blauwe hemel en de wolken verhogen met een polarisatiefilter.
|
Belichting
Wolken kunnen soms lastig zijn om op te lichtmeten. Als je hier moeite
mee hebt kun je beter een digitale camera dan een filmcamera gebruiken
zodat je meteen kunt zien of je goed belicht hebt. Vaak raakt een wolk
overbelicht als je op de donkerdere blauwe hemelachtergrond lichtmeet,
of raakt onderbelicht als je op felle witte delen in de wolk lichtmeet.
Hoewel je het LCD-scherm van een digitale camera niet al te erg kunt
vertrouwen kun je hierop meestal wel zien of een foto juist belicht is.
Als je op film fotografeert moet je lichtmeten op een middelgrijs deel
van de lucht of wolk. Vermijd de donkerste en lichtste delen.
Polarisatiefilters
De blauwe lucht is met zekere mate gepolariseerd, het meest op ongeveer 90o
boogafstand van de zon af, en het minst in de richting van de zon en recht
tegenover de zon. Je kunt deze polarisatie-eigenschappen gebruiken om met
een polarisatiefilter het contrast tussen wolken en de blauwe lucht beter
te maken. Hogere bewolking zoals altocumulus en cirrus is hier goed voor
geschikt.
Wees wel op je hoede dat het contrast niet te hoog wordt. Wolken zijn van
nature al een stuk lichter dan de lucht, tenzij het erg heiig of stoffig is.
Het is gemakkelijk om het contrast zo hoog te krijgen dat de wolk overbelicht
wordt of de lucht eromheen onderbelicht. Dit maakt de foto vrij lelijk.
Probeer eens een close-up van cumulus congestus. Je
hoeft niet altijd een horizon of ander object op de voorgrond te hebben.
|
Compositie
Ik raad je aan niet al je foto's op de geijkte manier te maken, namelijk
met een stuk horizon onderin de foto. Probeer ook eens andere compositie.
Je kunt bijvoorbeeld inzoomen op een deel van een cumulus congestus, of
een detailopname van een veld altocumulus. Er hoeft dan niet zozeer een
voorgrond te zijn. Wees creatief en vermijd dingen als schoorstenen,
hijskranen, daken van huizen en hoogspanningsmasten die zoveel mensen
op hun foto hebben. Je kunt natuurlijk best kunstmatige onderwerpen op
je foto's hebben, als je ze maar creatief gebruikt voor de compositie.
Anders moet je zulke dingen vermijden.
|